ODR: deel 1


DAB wordt gemaakt door software


De DAB-MUX wordt gemaakt door software, bijvoorbeeld “ODR mmbtools”. Maar bij fabrikanten van kant-en-klare DAB+ zenders wordt ook andere software gebruikt die net hetzelfde doet dan ODR.


“ODR mmbtools” is opensource-software dat op LINUX draait. Alle informatie over ODR kan gevonden worden op de website van Open Digital Radio. Alle modules van “ODR mmbtools” kunnen gedownload worden op de ODR github waar ook uitgelegd wordt hoe de verschillende modules geïnstalleerd kunnen worden.


Heel binnenkort zullen we hier een eenvoudig stappenplan publiceren over hoe “ODR mmbtools” eenvoudig geïnstalleerd en ingesteld kan worden. We overlopen alvast nu al de basics van de belangrijkste onderdelen van “ODR mmbtools”.

“ODR-DabMux” module


Het hart van “ODR mmbtools” is de “ODR-DabMux” module. In de configuratie file van deze module worden (onder andere) volgende “ensemble parameters” bepaald:

- label en shortlabel van de “service” (radio-omroepen die in de MUX zullen uitzenden)

- pty code en taal van elke service

- tcp adres voor de audio input

- bitrate van de service

- ID, protection level

- zeroMQ output tcp-adres

 

ODR-DabMux is dus de “multiplexer” waarin bepaald zal worden hoeveel radio-omroepen er uitgezonden zullen worden op de MUX, welke kwaliteit (bitrate) ze gebruiken en wat de FEC zal zijn.


De output in “ETI formaat” kan over netwerk, internet of STL (Studio Transmitter Link) naar een daarvoor geschikte DAB+ zender gestuurd worden. Maar het output signaal kan ook naar de “ODR-DabMod” module gestuurd worden voor gebruik van zenders die op deze manier werken.


Over wat hoe en waar ingesteld moet worden in de configuratie file, komen we later in het stappenplan op terug. Voorbeelden zijn beschikbaar op ODR github

ODR: deel 2


De “ODR-AudioEnc” module


In deze module zal het aangeboden audiosignaal naar een HE-AAC (v1 of v2) formaat omgezet worden. Belangrijk om te onthouden is dat dit HE-AAC een 960 sample window gebruikt. Waar het verschil zit, leggen we hier uit.


Het audiosignaal kan op verschillende manieren aan de “ODR-AudioEnc” module aangeboden worden:

- via een (externe) geluidskaart, in AES-EBU of op line niveau

- via een (web)stream

- via een geluidsfile


Aangezien er in de “ODR-AudioEnc” module een digitale omzetting gebeurt, moet er rekening gehouden worden dat de kwaliteit van het aangeboden audiosignaal zo hoog mogelijk is: WAV-muziekbestanden als bron en minstens 96 kbps AAC als STL. Het is ook belangrijk om voldoende headroom te voorzien opdat de input niet overstuurd wordt.


De “ODR-AudioEnc” zal het HE-AAC signaal naar de ODR-DabMux module sturen. Dit biedt het grote voordeel dat het Linux systeem waarop de “ODR-AudioEnc” module draait in de studio van elke radio-omroep geplaatst kan worden. Het HE-AAC signaal kan dan via netwerk of het internet naar de ODR-DabMux module gestuurd worden.


Op de github pagina ODR-AudioEnc zijn de installatie instructies en voorbeelden van commando lijnen te vinden.


Om het kiezen van de verschillende opties van de DAB audio encoder te vergemakkelijken, is er de ODR-EncoderManager. Maar ook daar komen we later terug.

 


De “ODR-PadEncoder” module


Met deze module kan er per radio-omroep “Programme Associated Data (PAD)” toegevoegd worden: song info, programma info, "Multimedia Object Transfer (MOT)" slideshows, enzovoort. Installatie instructies zijn te vinden op ODR-PadEnc.


PAD ook gemakkelijk toegevoegd worden via de “ODR-EncoderManager.

 


De “ODR-DabMod” module


Dit is een DAB modulator voor gebruik van exciters zoals onder andere LimeSDR. Meer info is te vinden op ODR-DabMod.

De zender site


ODRmmbtools met de zender verbinden


Waar bij een FM en een AM zender slechts 1 radio-omroep per frequentie uitgezonden kan worden, zal via een DAB+ zender meer dan 1 radio-omroep te beluisteren zijn. Bij het kiezen van de verbinding tussen de locatie waar de ODR-DabMux gemaakt wordt en de zendersite(s) moet men er dus rekening mee houden dat een volle MUX ongeveer 1971 kbps aan data zal versturen. Voorzie dus een verbinding met voldoende bandbreedte.


Een ETI-stream transporteert ODR-mmbTools DabMux (software) naar de zender. Het is niet noodzakelijk dat het Linux-systeem waar de ODR-DabMux op draait en de DAB zender op dezelfde plaats staan.

Wanneer er slechts 1 DAB+ zender gebruikt wordt, is het wel perfect mogelijk om de Linux PC met ODR-mmbtools op de zendersite te plaatsen. Afhankelijk van het aantal radio-omroepen die via de MUX te beluisteren zullen zijn, moet bekeken worden hoeveel bandbreedte de netwerk of de internet verbinding nodig heeft. Elke radio-omroep zal immers zijn programma naar de ODR-DabMux moeten sturen.


Wanneer er meer dan 1 zender gebruikt zal worden, al dan niet in “Single Frequency Network (SFN)”, en men wil de Linux PC op 1 van de zendersites plaatsen, zal men voor de verbinding met de andere zendersites een netwerkverbinding met voldoende bandbreedte moeten voorzien.


De ODR-DabMux module op een server van een telecomprovider laten draaien, is nog een oplossing. Misschien zal dit niet de goedkoopste oplossing zijn, maar alle telecomproviders zullen wel voor de meest stabiele verbinding met maximale uptime kunnen zorgen. In geval van technische problemen met de verbinding, zal de provider dit probleem ook oplossen.


Ook wanneer een bepaalde fabrikant van zenders andere software dan ODR gebruikt, is voldoende bandbreedte voorzien essentieel.



Waar vind ik een DAB+ zender?


Alle bekende fabrikanten van zenders hebben al een tijdje DAB+ zenders in het gamma. Bij zo’n zenders is het een kwestie van installeren, met de audio encoder verbinden en de instellingen in orde brengen. Dergelijke zenders kosten natuurlijk wat geld, met prijzen vanaf +/- 5000 euro voor een 15 Watt zender tot +/- 11 000 euro voor een 600 Watt zender.


Gelukkig bestaan er voor small scale projecten ook goedkopere oplossingen. Onder andere hfprints en pcs-electronics hebben betaalbare zendapparatuur in hun gamma.



Het spectrum mask filter


Omdat het door de OFDM-modulator afgeleverd DAB(+) zendsignaal enorm grote pieken bevatten die de zender serieus kunnen oversturen, zal er tussen de zender en de antenne(s) altijd een “spectrum mask filter” geplaats moeten worden. Meer info over dat filter vind je hier.

Hou er rekening mee dat het filter voor demping van het zendervermogen zal zorgen.



De coax kabel


Omdat er het “specrum mask filter” al een deel van het zendervermogen zal dempen, is het heel belangrijk om voor een coax kabel met een zo laag mogelijke demping te kiezen. Op 174 MHz heeft 30 meter halve duim coax gemiddeld 0.8 dB demping (16.8 % verlies). Bij 7/8 coax is dat 0.4 dB (8.8 % verlies). (Bron: rfelektronik.se)



De antenne


Uit simulaties en praktijktesten blijkt ook dat de antenne(s) best minstens 50 a 60  meter boven grondniveau geplaatst wordt. Hoe lager de antenne gemonteerd is, hoe kleiner het bereik wordt. Hoe hoger de antenne, hoe groter het bereik zal zijn.


Om een zo goed mogelijk coverage te verkrijgen, is het heel belangrijk om een zo goed mogelijk gelegen locatie te vinden. Bij de keuze van de locatie is niet enkel de hoogte boven zeeniveau (Above Sea Level, afgekort ASL) belangrijk, een goede geografische ligging van de zendersite is des te belangrijker, de hoogte tov de omgeving is nog belangrijker. De hoogte van een bepaalde locatie kan bijvoorbeeld 60 meter boven zeeniveau zijn, maar als er even verderop een heuvel van 90 meter ASL ligt, zal de zender achter die heuvel amper tot zelfs niet te ontvangen zijn.

Hoeveel vermogen?


Twee verschillende lokale DAB+ scenario's die we kennen


In België beslist de regelgever over het maximum aantal zenders en welk "effectief uitgestraald vermogen (ERP)" per zendersite mag worden gebruikt. Het radiostation zal de wet overtreden wanneer een ERP-vermogen gebruikt wordt dat niet in overeenstemming is met de vergunning.


In Nederland zal de regelgever het zendgebied beperken (in plaats van het aantal zenders en het ERP-vermogen). Hier overtreedt het radiostation de wet wanneer het uitzendt buiten het opgelegde zendgebied. Op een afstand van 10 km van het vergunde verzorgingsgebied mag de veldsterkte niet hoger zijn dan 50dBµV/m.


Beide zijn tegengestelde regelingen!


Alle informatie over DAB(+) voorschriften in andere landen is welkom. We kunnen deze informatie op lokaaldigitaal.vlaanderen en localdab.org delen. Zo kan iedereen leren over de verschillen in wetgeving en wat de beste manier is om dit aan te pakken.


De volgende regels gelden bijvoorbeeld in Nederland, waar de vergunning het verzorgingsgebied definieert als het toewijzingsgebied:

- Op een afstand van 10 km van het vergunde allotment mag de veldsterkte niet hoger zijn dan 50dBµV/m

- Op een afstand van 30 km van het toegewezen gebied mag de veldsterkte niet hoger zijn dan 40dBµV/m


Omroepen en DAB(+) providers in Nederland moeten zelf nadenken over

- aangepaste antennepatronen

- de meest geschikte zenderlocaties

- het zendervermogen per site


Het zal dan ook heel belangrijk zijn om het verzorgingsgebied zo goed mogelijk te optimaliseren volgens de opgelegde vergunning. Buiten het randgebied van het toegewezen gebied mag er immers geen hogere veldsterkte gemeten worden. Extra SFN-zenderlocaties (steunzenders) zijn bespreekbaar met de regelgever of de mediabestuurder.



De feiten in het veld


De beste oplossing voor lokale radio's in een bepaalde regio, zal niet noodzakelijk de oplossing zijn voor lokale radio's in een ander regio. Soms kan een zender van 5000 Watt met twee steunzenders van 250 Watt de oplossing zijn, in andere situaties kan de beste keuze de combinatie van vier 1000 Watt zenders met een 250 Watt zender zijn. Kennis en praktijkervaring zullen een belangrijke rol spelen.


We kunnen alvast enkele theoretische feiten met jullie delen:


1. FM-vermogen is vrij eenvoudig. Het is slechts een frequentieverandering als modulatie. De amplitude is constant. Wat resulteert in een continu zendvermogen.


2. Dat is niet het geval bij de DAB(+) zender. Hoewel de zender gebruik maakt van fasemodulatie, vergelijkbaar met FM, zal de amplitude niet veranderen. Onthoud vooral dat bij DAB(+) niet één draaggolf gemoduleerd wordt, er worden 1536 draaggolven gemoduleerd. De 1536 draaggolven in het frequentiedomein resulteren in de som van al hun amplitudes in het tijdsdomein.


De draaggolfamplitudes kunnen positief (45° en 135°) of negatief (225° en 315°) zijn. De som van de amplitudes van alle dragers zal op elk moment anders zijn. Het DAB(+) zendervermogen is dan ook sterk variabel en niet vergelijkbaar met een FM zender waarbij het vermogen niet zal variëren.


We zullen zien dat deze sterke variërende amplitude de vermogensversterker van de DAB(+) zender kan overbelasten. Het resultaat is harmonische vervorming en spectrale energie buiten het DAB(+) kanaal. Een verplicht filter tussen de zender en de antenne is dus echt wel nodig.


Het is niet mogelijk om altijd 100% van het vermogen van de DAB(+) te gebruiken (zoals bij FM). Daarom zal een 1000 Watt DAB(+) zender slechts 25% van zijn totale vermogen (gemiddeld gebruik)kunnen gebruiken. Een 1000 Watt DAB(+) zender zal dus een gemiddeld zendvermogen van slechts 250 Watt gebruiken!


3. Verhouding vermogen/bandbreedte - Als je een draaggolf (sinus) gaat moduleren, wordt het spectrum van gegenereerde frequenties rond de draaggolffrequentie groter door de modulatie. De gemoduleerde informatie is niet de draaggolf, maar het hele spectrum rond de draaggolf. Hoe meer informatie per tijdseenheid je wilt overdragen, hoe groter de bandbreedte aan weerszijden van de draaggolf.


De informatie in FM heeft een bandbreedte van 15 kHz (de hoogste audiofrequentie dat bij FM-broadcast uitgezonden worden). In hoogwaardige "Wideband FM" hebben we geprobeerd tot de 4e Bessel-harmonische op te nemen, wat betekent dat 4 x 15 kHz 60 kHz is. Daarom is het spectrum 75 kHz aan elke kant van de draaggolf. De totale bandbreedte voor een FM-kanaal is 150 kHz. Dit is natuurlijk als radiostations de wettelijke grenzen van de 75 kHz frequentiezwaai respecteren. In de praktijk zien we dat FM-radiostations met deze grenzen flirt en zelfs tot het uiterste drijft. De bekende reden hiervoor is de bekende loudness war.

 

Stel dat een FM-zender van 100 watt, met een maximale frequentiezwaai van 75 kHz, een spectrumbandbreedte heeft van 150 kHz. Als we 100 watt (uitgestraald vermogen) delen door 150 000 Hz (bandbreedte), krijgen we een "vermogen per Hz" van 0,000667 W/Hz of 0,667 mW/Hz.

Laten we dit vergelijken met een DAB(+) zender van 1000 watt die een bandbreedte van 1537 kHz (1536 dragers@1kHz afstand) heeft. Door 1000 watt (uitgestraald vermogen) te delen over 1537 000 Hz (bandbreedte) krijgen we een "vermogen per Hz" van 0,0006506 W/Hz of 0,6506 mW/Hz.

 

Een DAB(+) zender heeft dus iets meer dan 1000 Watt nodig om hetzelfde "vermogen/Hz" te bereiken als een FM-zender van 100 Watt. Het door de modulatie en de 1536 draaggolven gegenereerde spectrum is immers veel breder dan bij FM. De zendenergie van DAB(+) is verspreid over een veel breder frequentiespectrum.


Uiteraard geldt een vergelijking tussen FM en DAB(+) onder vergelijkbare, gelijke omstandigheden. Bijgevolg kan men het ontvangstbereik van DAB+ in de toekomst niet zomaar één op één vergelijken met het huidige bereik van de plaatselijke FM-radiozender.

 

4. In veel landen is de FM-band propvol. FM-radiostations zullen elkaar daarom heel vaak storen. De reden hiervoor is de bescherming van slechts 100 kHz tussen de zenders van de lokale radio's, zelfs wanneer de afstand veel minder dan 60 km bedraagt. In de DAB(+) band zullen deze storingen minder snel optreden, wat de ontvangstkwaliteit van DAB(+) ten goede komt.


5. DAB(+) is ongevoelig voor fasevervorming, terwijl FM zeer gevoelig is voor fasevervorming. Dit is een voordeel voor DAB(+).


6. DAB(+) gebruikt een hogere frequentieband (VHF-band III) dan FM (VHF-band II). Bij hogere frequenties is de paddemping echter groter. Dat kan een klein voordeel zijn voor FM.


7. De gevoeligheid van de radio ontvanger speelt een belangrijke rol. De FM-radio ontvanger moet een bandbreedte van 150 kHz opvangen, terwijl de DAB(+) ontvanger een bandbreedte van 1 537 kHz moet opvangen. Dat is ongeveer het tienvoudige van de FM-radio ontvanger. Dit betekent dat ook de opgevangen ruis tienmaal zo hoog zal zijn. De FM-radio ontvanger zal een ruisvloer hebben van -122,17 dBm en DAB(+) van -112,06 dBm (ongeveer 10 dB verschil in ruisvloer).


8. Het is ook belangrijk te onthouden dat als een conformiteitscertificaat wordt aangevraagd, het moeilijker wordt dit te verkrijgen wanneer het uitgestraalde vermogen toeneemt en de hoogte van de mast laag blijft. Dit conformiteitscertificaat heeft te maken met de bescherming van mensen tegen te sterke elektromagnetische velden in hun leefomgeving. Antennes van een hoog vermogen zender plaatst men dan ook best op hoge torens.

 


Gelukkig is een "Single Frequency Network (SFN)" bij uitstek geschikt voor DAB(+). In plaats van 1 zender te gebruiken om een bepaalde regio te coveren, is het bij DAB(+) beter om meerdere zenders op dezelfde frequentie te gebruiken. Over de locatie van de zenders moet natuurlijk goed worden nagedacht.

Audioformaat versus STL


Welk audioformaat wordt best gebruikt op de STL?


Zoals we hier schreven, stuurt de DAB(+) audio-encoder de gecodeerde DAB(+) audio van het radioprogramma naar de DAB(+) MUX. We beschrijven nu hoe audio naar de DAB(+) audio-encoder gestuurd kan worden.


Laat ons eerst nogmaals benadrukken dat de kwaliteit van het bronmateriaal optimaal moet zijn. Als goeie audiokwaliteit heel belangrijk is en je wilt de audiokwaliteit vergelijken met de grote commerciële radio-omroepen, gebruik je best lossless audiobestanden (WAV, FLAC, ALAC).


1. Via Icecast of SHOUTcast


Dit is veruit de gemakkelijkste en goedkoopste manier, maar het heeft vaak wat nadelen qua geluidskwaliteit

Wanneer de webstream van de radio-omroep van uitstekende kwaliteit is, kan men overwegen deze webstream te gebruiken als audio STL. Omdat in de DAB(+) encoder een digitale conversie plaatsvindt, is het belangrijk om een zo hoog mogelijke bitrate te gebruiken: 96 kbps HE-AAC, 256 LC-AAC of minimaal 320 kbps mp3 als absoluut minimum.


Het opzetten van een speciale webstream voor de DAB(+) STL is nog beter. Als een verbinding met hoge bandbreedte beschikbaar is, kan je zelfs in FLAC streamen. Aangezien FLAC een zogenaamd "lossless" audiocompressieformaat is, zal FLAC dan ook de beste resultaten opleveren wanneer het als STL voor een webstream wordt gekozen. De continu beschikbare doorvoer of bandbreedte van het internet of de netwerkverbinding zal uiteindelijk de bepalende factor zijn. Indien in de audiostream immers vaak onderbrekingen voorkomen, is de beschikbare bandbreedte in de tijd waarschijnlijk onvoldoende, of is de bufferlengte aan de ontvangzijde te klein.


Figuur 1 - Eenvoudigste manier met mogelijke audio-artefacten: DAB+ encoder op zenderprovider site

2. De DAB(+) audio-encoder in de studio plaatsen


Wanneer de DAB(+) audio-encoder in de studio (of eindbestemming) wordt geplaatst, kan de audio-uitgang van de audioprocessor rechtstreeks op de LINUX PC worden aangesloten. ODRmmbtools ondersteunt alle gangbare audio verbindingsformaten (analoog, AES/EBU, livewire(AES 67)). Omdat de audio van het radioprogramma meteen in het correcte AAC+ formaat gecodeerd zal worden, zal deze manier voor de beste audiokwaliteit zal zorgen.


Figure 2 – Beste audio kwaliteit: DAB+ audio encoder in de studio

De DAB(+) audio-encoder zal het "DAB AAC+" formaat via "zero MQ" of "TCP/IP" onmiddellijk naar de DAB+ MUX sturen. Verdere transcodering is niet nodig. Dit kan gebeuren via het internet of een speciale MPLS VPN-verbinding (hogere beschikbaarheid).



3. Audio over glasvezel, vaste lijnen of straalverbinding


Het versturen van digitale audio (AES/EBU) over een glasvezelnetwerk of vaste lijnen naar de DAB(+) audio-encoder is nog een mogelijkheid, maar is vrij onbetaalbaar voor kleinschalige projecten.


Het is niet altijd mogelijk om overal straalverbindingen op te zetten. Voor een professionele straalverbinding is bijna altijd een vergunning nodig met de daaraan verbonden kosten. De keuze om een straalverbinding te gebruiken, zal dan ook case per case bekeken moeten worden.


And remember: een goede geluidskwaliteit begint altijd bij de kwaliteit van de audiobestanden.

Welke scenario’s zijn vandaag beschikbaar in België? (juli 2021)


1. Vergunde DAB+ provider

De overheid schrijft een aanbesteding uit voor de realisatie van een DAB+ netwerk voor radio’s waar commerciële bedrijven aan meedingen. Lokale radio’s zijn dan VERPLICHT bij een vergunde DAB+ provider DAB+ diensten aan te kopen, mits maandelijkse vergoedingen. We mogen dit eigenlijk “scenario Norkring” noemen want zo gebeurt het momenteel voor de grote commerciële radiostations. Wie geld heeft “koopt” DAB+ zendruimte, wie het niet kan betalen valt uit de boot. Niet de beste optie!


2. Vergunde radiostations

Je kan ook werken volgens “systeem Wallonië”: de overheid maakt een wettelijk kader voor DAB+, ze creëert een aantal uitzendmogelijkheden voor lokale radio, ze kent erkenningen toe aan een aantal lokale radio’s… en daar stopt het ongeveer. Vanaf dan moeten de radiostations het zelf uitzoeken. Ze moeten gaan samenwerken, maar elk radiostation heeft zijn eigen zenderleverancier, heeft zijn eigen wensen, heeft andere belangen, … en dan zijn er ook nog de jarenoude vetes … . Met als resultaat dat er na één jaar nog maar één dab+ mux effectief aan het uitzenden is, haast alle anderen zijn nog aan het kibbelen. Niet de beste optie!


Misschien zijn er nog wel wat mogelijkheden?



Mogelijkheid 1 … het zelf doen


Wat heeft Lokaal Digitaal tot op heden gerealiseerd?


- We kunnen een DAB+ “mux” samenstellen die een signaal aflevert dat de DAB+ zender nodig heeft om een ensemble van radiostations uit te kunnen zenden. We kunnen die mux samenstellen op een lokale PC, maar ook op een server ergens in de “cloud”. Voor het samenstellen van zo’n mux gebruiken we DAB+ software. Als investering is er enkel een PC nodig of kan er servercapaciteit gehuurd worden. Deze software wordt gebruikt door verschillende grotere DAB+ stations in Europa.


- We kunnen vandaag deze mux op meerdere locaties uitzenden. Onze (software) simulaties tonen aan dat 1kW uitgestraald vermogen per zender nodig zal zijn om een realistisch zendbereik te verkrijgen.


- Momenteel zijn we aan het bekijken hoe we op een betaalbare manier stabiele verbindingen tussen MUX en zender kunnen realiseren. Voorlopig doen we dit over het publieke internet, maar testen tonen aan dat het publieke internet niet altijd voldoende stabiel is om een dergelijke stream van meerdere stations te transporteren. Uiteraard bestaan hier technische oplossingen voor, maar de kunst is de kosten voor de transmissies naar de zender(s) zo laag mogelijk te houden voor de lokale radio's. Een mogelijkheid, hoe het zou kunnen, kan je hier bekijken



Hoe ziet “Lokaal Digitaal” DAB+ voor lokale radio’s?


Op een mux zullen verschillende radiostations uit een streek/regio uitzenden. Wij hebben reeds verschillende mogelijkheden bekeken en komen, onder voorbehoud, voor Vlaanderen telkens uit op een 13 à 15 zendgebieden. Maar het is uiteraard aan de overheid om te bepalen hoe groot het zendgebied juist zal zijn en welke radiostations samen in een bepaalde mux zullen kunnen uitzenden.


De overheid zal ook bepalen welke radiostations zullen worden toegelaten: enkel de huidige lokale radio’s of ook andere (nog op te richten) spelers. Wij kunnen en willen daarover geen bevoegdheid hebben. Zo sluiten we meteen ook alle lobbywerk binnen onze werkgroep uit.



De werking van “Lokaal Digitaal”:


Organisatie: “Lokaal Digitaal” kan een vzw worden. Maar het kan ook een coöperatieve vereniging worden met elk radiostation als aandeelhouder. Dit is te bespreken en hangt af hoe jullie hier tegenover staan.


Wie: Elk radiostation doet één investering van (minimum) één zendinstallatie. Elk radiostation kan vrij kiezen bij welke leverancier het materiaal aangekocht wordt. Op de meest gunstigste zendersite installeert het radiostation een DAB+ zendinstallatie waarop de toegewezen mux uitgezonden wordt.


Praktisch: “Lokaal Digitaal” kan voor de communicatie met de overheid zorgen. We zorgen uiteraard voor ondersteuning van de lokale radio’s (juridisch, technisch, het delen van de know-how). De IT’ers van “Lokaal Digitaal” kunnen voor het samenstellen van de verschillende muxen zorgen.


Apparatuur: Elk radiostation doet een investering van (minimum) één zendinstallatie. Elk radiostation kan vrij kiezen bij welke leverancier het materiaal aangekocht wordt. De apparatuur moet wel compatibel zijn met de andere installaties. Door het delen van ervaringen kunnen we elkaar helpen om de apparatuur met de beste prijs/kwaliteit te installeren.

Een volledige zendinstallatie installatie van een DAB+ zender, een filter (altijd nodig, zonder kan niet bij DAB+!) en een antennesysteem van 4 dipolen zal +/- 7000 euro ex-BTW kosten. In theorie kan een zender van 400 Watt op 4 dipolen +/-1600 Watt ERP (uitgestraald vermogen) leveren. Maar als je de kabel/filter verliezen aftrekt, zal deze installatie gegarandeerd 1000 Watt ERP kunnen opwekken. Trouwens, dipolen voor DAB+ zijn veel kleiner: op iets meer ruimte dan wat nodig is voor twee FM dipolen, kunnen vier DAB+ dipolen geplaatst worden.


Gezamenlijke kosten: Aangezien we voor het samenstellen van de muxen gratis software gebruiken die op cloud-servers draait, zal de gedeelde kost voor het samenstellen van de muxen voor de deelnemende radiostations heel goed meevallen.



Belangrijke afspraken:


- we zouden het logisch vinden dat elke omroep één zendlocatie inbrengt om een plaats te krijgen op de mux.

- elk radiostation is gelijkwaardig en zal dus altijd met max. 96Kbps mogen uitzenden.

- elk radiostation kan er ook voor kiezen om een lagere geluidskwaliteit te gebruiken.

Mogelijkheid 2 … het DAB+ zenderpark uitbesteden


Bij de vorige mogelijkheid was iedereen vrij te kiezen of je de DAB+ installatie in eigen beheer zou exploiteren of uitgeven aan een zenderoperator. Hier wijken we daar nu van af, bij deze mogelijkheid wordt het volledige DAB+ zenderpark uitbesteed aan operatoren. In het meervoud, want dat kunnen er verschillende zijn en niet zoals bij de nationale muxen dat één operator monopolie krijgt. De operator plaatst zenders en verhuurt de zendruimte aan lokale radio’s.

Het lijkt in het eerste opzicht op “systeem Norkring”: wie geld heeft komt op de mux, wie dat niet heeft valt uit de boot. Maar voor lokale radio maken we in deze denkpiste wel enkele zeer belangrijke nuances.


Zo werkt het...


1. de overheid verdeelt Vlaanderen in verschillende zendgebieden. In de vorige mogelijkheid hadden we het al over een 13 à 15 gebieden, dit zijn dus verschillende muxen.


2. de overheid schrijft een aanbesteding uit (bvb voor tien jaar om het rendement voor de operatoren te garanderen). Heel belangrijk in dit verhaal: de overheid koppelt bepaalde gebieden aan elkaar. In die gekoppelde gebieden zal op de verschillende muxen niet hetzelfde signaal uitgezonden worden. De gebieden worden in de aanbesteding aan elkaar gekoppeld: de mux van Antwerpen wordt bvb gekoppeld aan de muxen van de Westhoek en de Vlaamse Ardennen; of de operator die intekent voor de mux van Gent moet bvb ook verplicht een mux in de Kempen opstarten.
Economisch interessante gebieden, waar veel omroepen samen op een mux zullen zitten, worden zo gekoppeld aan economisch minder interessante gebieden. Dit is belangrijk om te vermijden dat operatoren enkel voor muxen in de interessante regio’s zouden kiezen en dat men voor minder interessante regio’s geen operator zou vinden, waardoor er lokale radio’s niet zouden kunnen uitzenden


3. de operatoren schrijven zich in en degene die het hoogste bod uitbrengt krijgt de muxen toegewezen.



Uiteraard moet de ontvangstkwaliteit voldoen aan de door de overheid opgelegde criteria en de veldsterkte zal door de operatoren moeten gegarandeerd worden. Aangezien de overheid de criteria niet vrijgeeft, verwachten wij dat de veldsterktes van het signaal dezelfde zijn als deze waaraan ze moeten voldoen voor de nationale omroep. Dat lijkt ons billijk ! Want het is niet omdat je een lokale radio bent, dat je moet tevreden zijn met een mindere ontvangstkwaliteit. Bij gebrek aan informatie van de Vlaamse overheid, werken wij van Lokaal Digitaal met de richtlijnen “EBU tech 3391” die je hier kan terugvinden.


Anders dan bij de nationale muxen is het de overheid die aan de operatoren oplegt welk maximumtarief ze aan de lokale radio’s mogen vragen. Dit tarief is voor alle lokale radio’s in Vlaanderen hetzelfde en wordt uiteraard jaarlijks geïndexeerd.


Het is de overheid die de lokale radio een erkenning toekent, waarmee ze kunnen gaan aankloppen bij de operator van het zendgebied dat hen wordt toegewezen. Zonder die erkenning mag de operator het signaal niet doorsturen. Op die manier wordt vermeden dat muxen worden volgepropt met spooksignalen die enkel dienen om het de concurrent onmogelijk te maken zijn product in de lucht te brengen, zoals dat momenteel op de nationale muxen het geval is. Op deze manier krijgt elke lokale radio dezelfde kansen.


Belangrijke noot:


- Uiteraard hebben alle lokale radio’s recht op een geluidskwaliteit van 96Kbps.

- Het is aan de overheid om erover te waken dat de muxen/zendgebieden zo verdeeld worden, dat alle lokale radio’s wel degelijk een kans krijgen om uit te zenden op DAB+. Dat er voor een bepaalde mux bvb 15 lokale radio’s zijn die een erkenning ontvangen, terwijl er maar plaats is voor 12 zenders, kan en mag uiteraard niet gebeuren.


De uitdaging bestaat erin om een realistisch tarief te vinden dat zowel voor de lokale radio’s als voor de operator economisch haalbaar is. Hoe de zendgebieden zullen opgedeeld worden en hoe de erkenningen zullen toegewezen worden aan de lokale radio’s, is uiteraard een andere belangrijke discussie die niet bij deze denkoefening hoort.


Alle opmerkingen, meningen,… zijn uiteraard beleefd welkom via ons e-mail adres op deze website.

Nuttige websites:

Wie zijn wij?
We zijn een groep techneuten die decennia lang het technisch reilen en zeilen bij verschillende lokale radio's vrijwillig op zich hebben genomen. Aan onze denktank zijn geen commerciële doeleinden verbonden. We doen dit vrijwillig omdat wij zoals jullie echte lokale-radio-pioniers waren en nog steeds zijn, mensen met een hart voor lokale radio. "Lokaal Digitaal" is een non-profit organisatie die de omschakeling van FM naar DAB+ voor lokale radio's in Vlaanderen wil faciliteren. Wij hopen hierbij een steentje bij te dragen aan technische kennis omtrent DAB+ waarmee de meeste lokale radio's te kampen hebben.

Waarom deze website?
Het is onze intentie lokale radio's via deze website zoveel mogelijk te informeren over het technische aspect van DAB+, geschreven in verstaanbare mensentaal. Content van deze website mag gebruikt worden voor onderwijsdoeleinden mits vermelding van de url van deze website.


Onze Missie:
Wij willen samen denken over de toekomst van lokale radio's in Vlaanderen, met name de toekomstige "FM-switch off" en de nieuwe "DAB+ standaard" voor lokale radio. Omdat we weten dat lokale radio's houden van hun zelfstandigheid, denken wij na over scenario's waarbij lokale radio's zoveel mogelijk hun onafhankelijk behouden en kosten in eigen beheer kunnen houden.

Contacteer ons

via mail

via facebook

Lokaal Digitaal als vereniging, noch de medewerkers ervan als individu, kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele fouten en de mogelijke gevolgen ervan, die zouden kunnen voorkomen in de technische artikelen op de website of in andere publicaties van Lokaal Digitaal.

Pas als je kennis deelt, krijg je wetenschap!


Lokaal Digitaal

Copyright © 2021-2023 Alle rechten voorbehouden